|
|
|
Uitgraving en constructie |
Instrumentatie en monitoring |
Onderzoek naar het gedrag van klei |
In 1974 is
SCK CEN gestart met het onderzoek naar geologische berging in diepe kleilagen in België. Om de eigenschappen en het gedrag van weinig verharde klei op grote diepte te onderzoeken besliste men toen om een ondergronds laboratorium te bouwen in de Boomse kleilaag. Sinds 1995 wordt het ondergrondse laboratorium HADES uitgebaat door EURIDICE, het economisch samenwerkingsverband tussen
SCK CEN en
NIRAS, de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. NIRAS coördineert sinds zijn oprichting in 1980 het RD&D-programma naar geologische berging.
De onderzoeksactiviteiten van EURIDICE omvatten het uitvoeren van grootschalige tests, technische demonstraties en experimenten die gericht zijn op:
Vanuit deze onderzoeksactiviteiten heeft EURIDICE expertise opgebouwd op het vlak van uitgravings- en constructietechnieken en op het vlak van het thermo-hydro-mechanisch gedrag van de klei. Voor het opvolgen van de experimenten worden verschillende types meetinstrumenten geïnstalleerd in de klei. De jarenlange ervaring met meetinstrumentatie en monitoring is dan ook het derde grote expertisedomein van EURIDICE.
Naast EURIDICE voeren ook de expertisegroepen Afval & Berging en Radiologische impact & Performatiestudies van SCK CEN een belangrijk deel van het onderzoek naar geologische berging uit in opdracht van NIRAS. Dit onderzoek gebeurt deels in bovengrondse laboratoria en deels in het ondergrondse laboratorium HADES. Als uitbater van het ondergrondse laboratorium beheert EURIDICE alle experimenten die in HADES worden uitgevoerd en biedt het ondersteuning bij het ontwerpen en installeren ervan.
Het experimentele onderzoek wordt aangevuld met computersimulaties van de evolutie van de componenten van het bergingssysteem. De modellering is eerst en vooral een middel om de processen die in het bergingssysteem kunnen optreden, beter te begrijpen. Ze laat bovendien toe om het gedrag van de samenstellende componenten van het bergingssysteem in te schatten en te evalueren, zowel op korte als op lange termijn. De lange termijn waarover experimenten lopen (sommige reeds meer dan 25 jaar), laat toe om de ontwikkelde modellen te bevestigen en te verfijnen, door ze te vergelijken met de meetresultaten in reële condities in het ondergrondse laboratorium.