Om alle aspecten van de veiligheid en technische haalbaarheid van geologische berging in een diepe kleilaag grondig te onderzoeken, worden tal van experimenten uitgevoerd. Een belangrijk deel daarvan bevindt zich in het ondergrondse laboratorium HADES.
De figuur hieronder geeft een overzicht van de experimenten die door het ESV EURIDICE werden of worden uitgevoerd, zowel boven- als ondergronds, en van alle andere experimenten die in HADES zijn geïnstalleerd.
Sommige experimenten werden reeds meer dan 25 jaar geleden opgestart. De lange looptijd maakt het mogelijk om de ontwikkelde modellen die de evolutie van een bergingssysteem beschrijven te toetsen aan de realiteit en indien nodig te verfijnen. Dat HADES een vergunde nucleaire installatie is, maakt het mogelijk om een verscheidenheid aan radioactieve merkstoffen en bronnen te gebruiken. Dit maakt van HADES een unieke ondergrondse onderzoeksfaciliteit.
Een aantal relatief eenvoudige experimenten zijn gericht op het onderzoek van één specifiek aspect of proces van het bergingssysteem. Hiermee willen de onderzoekers de verschillende eigenschappen en processen leren kennen en begrijpen die van belang zijn om de veiligheid en technische haalbaarheid van een bergingsinstallatie te kunnen analyseren. Voor het ATLAS-experiment bijvoorbeeld worden een warmtebron en meetinstrumenten in de klei aangebracht om de thermische geleidbaarheid van de Boomse klei te kunnen bepalen. Het is belangrijk om die te kennen omdat een deel van het afval nog een beperkte hoeveelheid warmte zal produceren na plaatsing in de bergingsgalerijen. Op die manier kan men berekenen hoe hoog de temperatuur in de klei zal oplopen.
Bij geïntegreerde experimenten worden verschillende van deze aspecten samengebracht in één experiment. De bedoeling hiervan is om de complexe realiteit van een bergingsinstallatie zo goed mogelijk te benaderen. Op die manier kunnen wetenschappers de interactie tussen bepaalde fenomenen bestuderen zoals die zich in een bergingsinstallatie zouden voordoen. Het CORALUS-experiment is een voorbeeld van een experiment waar het aspect warmte gecombineerd werd met radioactieve straling om de stabiliteit van de glasmatrix van het verglaasde afval te onderzoeken.
Grootschalige demonstratieproeven ten slotte maken het mogelijk om de veiligheid en uitvoerbaarheid van een bergingsinstallatie aan te tonen op een schaal die de realiteit van een echte bergingsinstallatie benadert. Deze grootschalige demonstratieproeven kunnen ook gebruikt worden om de resultaten van de kleinschalige experimenten te bevestigen en de voorspellende modellen die erop zijn gebaseerd te verfijnen. Zo kan men op een betrouwbare manier de veiligheid van een bergingsinstallatie op lange termijn evalueren. In het PRACLAY-experiment bijvoorbeeld wordt de verwachte warmteproductie in een bergingsgalerij gesimuleerd door 30 m van de PRACLAY-galerij gedurende 10 jaar te verwarmen en het effect ervan op de klei en de galerijbekleding te bestuderen.
De Europese Commissie heeft een cruciale rol gespeeld in de totstandkoming van heel wat experimenten en tests. De experimenten of projecten die werden uitgevoerd met steun van Europa, binnen de kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling, zijn in onderstaand overzicht aangeduid met een Europese vlag. In een aantal gevallen is de projectfase afgelopen maar worden de meetgegevens nog steeds opgevolgd of worden de experimentele set-ups verder gebruikt in het kader van het Belgische onderzoeksprogramma naar geologische berging.
ARCHIMEDE | 1991-1995 |
onderzoek naar de chemie van het poriënwater in de Boomse kleilaag |
|||
ATLAS I, II, III, IV | 1992-heden |
studie van de hydraulische en mechanische eigenschappen van klei bij opwarming |
|||
BACCHUS I, II | 1988-1995 |
studie van klei als opvulmateriaal |
|||
CACTUS I, II | 1990-1994 |
studie van de hydraulische en mechanische eigenschappen van klei bij opwarming |
|||
CERBERUS | 1985-1999 |
invloed van radioactieve straling, warmte en mechanische verstoring op de hydraulische en chemische eigenschappen van de klei |
|||
CLIPEX | 1997-2003 |
monitoring van het hydraulische en mechanische gedrag tijdens het uitgraven van de verbindingsgalerij |
|||
CORALUS I, II, III, IV | 1997-heden |
onderzoek naar de stabiliteit van de glasmatrix in bergingscondities, in aanwezigheid van een warmtebron en radioactieve straling |
|||
CONNECTING GALLERY | 2001-2002 |
constructie van een galerij op industriële schaal, gebruikmakend van een tunnelboormachine |
|||
CORROSION | 1985-1997 |
experimenten om de aantasting (corrosie) van verschillende afvalverpakkingsmaterialen in contact met de klei te testen |
|||
ESDRED | 2004-2009 |
Ontwerpstudies voor bergingsgalerijen |
|||
FORGE | 2011-heden |
onderzoek naar gastransport in de door uitgraving verstoorde zone (excavation damaged zone) |
|||
MEGAS | 1992-1996 |
studie van gasvorming en migratie van gas in de klei |
|||
MIGRATION | 1988-heden |
experimenten om de verspreiding van radioactieve stoffen doorheen de klei te bestuderen |
|||
MINE-BY-TEST | 1984-2002 |
constructie van een schacht en galerij in niet bevroren klei |
|||
MODERN | 2009-2013 |
Ontwikkelen van een monitoringstrategie en uittesten van meetinstrumenten voor monitoring |
|||
MORPHEUS | 2001-heden |
onderzoek naar eventuele variaties in de chemie van het poriënwater doorheen de Boomse kleilaag |
|||
NF-PRO | 2004-2007 |
- studie van het effect van oxidatie op de Boomse Klei |
|||
OPHELIE | 1992-2002 |
bovengronds testen van het plaatsen van radioactiefafval in een bergingsgalerij |
|||
ORPHEUS | 2000 |
studie van de geochemie (Eh en pH) van het poriënwater in de Boomse Klei |
|||
PEGASUS | 2004 |
studie van de evolutie van de partiële druk van opgelost gas |
|||
PHEBUS | 1991-1995 |
studie van de uitdroging van klei door de ventilatie in HADES |
|||
PRACLAY | 2007-heden |
- Gallery & Crossing-tests: constructie van een galerij die loodrecht aansluit op de hoofdgalerij |
|||
PRETEL | 1994-2004 |
ontwerpen en testen van een systeem voor het plaatsen van de galerijbekleding in micro-tunnels in weinig verharde klei |
|||
RADWASTOM3 | 1986-1989 |
in-situ karakterisatie van het gedrag van de Boomse klei |
|||
RESEAL I, II | 1997-2007 |
afsluiten van een boorgat en schacht in weinig verharde klei |
|||
SELFRAC | 2001-2004 |
onderzoek naar het zelfsluitend gedrag van Boomse Klei |
|||
TIMODAZ | 2006-2010 |
invloed van een temperatuurstoename op de door uitgraving verstoorde zone rondom de galerijen |
|||
TRANCOM | 1996-2004 |
studie van het migratiegedrag van organisch materiaal in de klei |
|||