Geologische berging wil zeggen dat men het radioactieve afval diep onder de grond in een stabiele omgeving plaatst. Door een hele reeks barrières tussen onze leefwereld en het afval te plaatsen, worden mens en milieu beschermd tegen de schadelijke effecten van dit afval.
Bij de barrières maken we een onderscheid tussen de natuurlijke barrière, dit is de stabiele geologische laag waarin het afval geplaatst wordt, en de kunstmatige barrières, dit zijn de verpakkingen in verschillende lagen rond het afval en allerlei opvulmaterialen. De kunstmatige barrières zorgen voor de insluiting van het radioactieve afval. Als de kunstmatige barrières na heel lange tijd worden aangetast en de radioactieve stoffen zouden vrijkomen uit de verpakking, zorgen de eigenschappen van de natuurlijke barrière ervoor dat de radioactieve stoffen zich slechts zeer traag kunnen verspreiden. De afzondering diep onder de grond maakt dat de waarschijnlijkheid en de gevolgen van een menselijke indringing beperkt blijven. Afzondering zorgt er bovendien voor dat veranderingen aan het aardoppervlak gedurende deze lange tijdsperiodes weinig of geen invloed hebben op de veiligheid van het bergingssysteem. De insluiting, afzondering en vertraagde verspreiding zijn de 3 veiligheidsfuncties van het systeem.
Meer info vind je op de website van NIRAS.
In België is het onderzoek naar geologische berging gericht op de Boomse Klei en Ieperiaanklei.
Deze kleilagen kunnen geschikt zijn voor geologische berging omdat ze zeer weinig waterdoorlatend zijn en radioactieve stoffen heel lang vast houden. De stoffen kunnen zich dus niet snel door de klei verspreiden. Daarbij komt dat deze kleilagen plastisch zijn, net als boetseerklei. Als er scheuren in de kleilaag ontstaan, dan sluiten ze zich vanzelf weer. Bovendien zijn de onderzochte kleilagen al tientallen miljoen jaar oud en zijn ze stabiel. Onderstaand filmpje maakt dit duidelijk.